Nationaal Autodrome van Monza

Gebouwd in 1922, derde in de wereld na Brooklands en Indianapolis, is het het toneel geweest van enkele van de grootste sportieve en technologische innovaties. Na de radicale ingrepen in 1989-90 en 2001-2002 heeft het circuit zijn uiterlijk volledig veranderd en is het een van de mooiste en meest functionele ter wereld geworden. Ondertussen zijn de snelheden toegenomen. In 2003 won Michael Schumacher met een gemiddelde van 247,585 kilometer per uur, terwijl Rubens Barrichello in 2004 het ronderecord vestigde met 1’21″046, met een gemiddelde van 257,320 kilometer per uur. Het absolute snelheidsrecord in de Formule 1 werd in 2005 in Monza gevestigd door Kimi Räikkönen op Mclaren met 370,1 km/u. Monza bevestigde daarmee zichzelf als het snelste circuit ter wereld. De authentieke Tempel van de Snelheid.